Toets voor nascholing (verlopen)
Aan dit leerartikel was een toets gekoppeld waarmee je nascholingspunten kon verdienen.
Samenvatting
2 patiënten met hiv-infectie, mannen van 61 en 58 jaar, presenteerden zich met langzaam progressieve nierinsufficiëntie. Beiden werden al jaren behandeld met hoog-actieve antiretrovirale therapie (HAART). Aanvullend laboratoriumonderzoek toonde hypofosfatemie, hypo-urikemie, β2-microglobulinurie en normoglykemische glucosurie. Deze combinatie wijst op proximale tubulaire disfunctie (PTD). Een complete PTD is ook bekend als fanconi-syndroom. Andere laboratoriumafwijkingen hierbij zijn aminoacidurie, fosfaturie en metabole acidose. Het fanconi-syndroom is een bijwerking van tenofovir. Recent onderzoek wijst uit dat tot 22% van de gebruikers subtiele afwijkingen heeft van de proximale tubulus. Intracellulaire accumulatie van tenofovir is toxisch voor de proximale tubuluscel. Dit is mogelijk gerelateerd aan het gelijktijdige gebruik van ritonavir, wat het actieve transport van tenofovir uit de proximale tubuluscel naar de pre-urine remt. Potentiële consequenties van langdurige PTD zijn osteomalacie en progressieve nierinsufficiëntie. Bij patiënten die antiretrovirale middelen gebruiken en die elektrolytafwijkingen, urinesedimentsafwijkingen of glucosurie ontwikkelen, dient medicatie-geïnduceerde PTD overwogen te worden
Reacties