Regulatie van de voedselopneming en de behandeling van vetzucht met centraal werkende serotonerge medicamenten

Klinische praktijk
H. Pijl
H.P.F. Koppeschaar
P.M.J. Zelissen
A.E. Meinders
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1991;135:700-3

Vetzucht is een belangrijk met de voeding samenhangend gezondheidsprobleem. Zowel morbiditeit als sterfte nemen toe met toenemend lichaamsgewicht. Een ‘body mass’-index (BMI) (Quetelet-index) van 30 kgm² of meer geldt als extra gezondheidsrisico.1 De prevalentie van vetzucht in Nederland voor mannen en vrouwen jonger dan 50 jaar is respectievelijk 2-9 en 4-8 indien een BMI van 30 kgm² of meer wordt aangehouden. Van de bevolking jonger dan 50 jaar heeft 20 tot 25 een BMI van meer dan 27 kgmg².1 Een recent Amerikaans onderzoek onder een groot aantal verpleegsters toonde ook in geval van matig overgewicht (BMI van 25-28,9 kgm²) een vergroot relatief risico op cardiovasculaire aandoeningen.2

De Gezondheidsraad adviseert obesitas te behandelen in geval van een BMI boven de 30 kgm².1 De behandeling dient te berusten op voedingsadviezen, gecombineerd met gedrags- en bewegingstherapie. Medicamenteuze therapie kan als ondersteuning van deze behandeling worden voorgeschreven.

Recent onderzoek heeft…

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis, afd. Algemene Interne Geneeskunde, Postbus 9600, 2300 RC Leiden.

H.Pijl, assistent-geneeskundige; prof.dr.A.E.Meinders, internist.

Academisch Ziekenhuis, afd. Endocrinologie, Utrecht.

Dr.H.P.F.Koppeschaar en P.M.J.Zelissen, internisten.

Contact H.Pijl

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties