Registratie en preventie van ziekenhuisinfecties in een algemeen ziekenhuis

- Active surveillance in a 270-beds general hospital in the period 1984-1988 yielded 1,547 episodes of hospital-acquired infections among 26,079 patients admitted, i.e. 5.9 infections per 100 admissions (5.1 infections1,000 days in the hospital). Infections of the urinary tract (3.0100 admissions), surgical wounds (1.0), the respiratory tract (0.8) and bloodstream infections (0.5) predominated. The incidence of infections was highest among patients of 75 years and older (13.0), lowest in the age group 1-14 years (1.2). Escherichia coli, Staphylococcus aureus, enterococci and coagulase-negative staphylococci were isolated most frequently. Specific measures to limit the occurrence of urinary tract infection resulted in a decline in the rate of hospital-acquired infections, from 7.6 in 1984 to 4.9 in 1988 (35.5).

We conclude that active surveillance of hospital-acquired infections contributes to our awareness of these infections and provides the basis for preventive action. (Micro)computers constitute important aids for these activities.

Samenvatting

In de periode 1984-1988 werden in een algemeen ziekenhuis met 270 bedden 1.547 episoden van ziekenhuisinfecties opgespoord bij 26.079 patiënten, dat is 5,9 infecties per 100 opnamen (5,1 infecties per 1.000 verpleegdagen). Het waren vooral infecties van de urinewegen (3,0 per 100 opnamen), van chirurgische wonden (1,0), van de luchtwegen (0,8) en van de bloedbaan (0,5). De incidentiecijfers per 100 opnamen waren het hoogst bij patiënten van 75 jaar en ouder (13), het laagst onder de 1-14-jarigen (1,2). Escherichia coli, Staphylococcus aureus, enterokokken en coagulase-negatieve stafylokokken werden het meest geïsoleerd. Doelgerichte maatregelen ter preventie van urineweginfecties leidden tot een daling van het aantal ziekenhuisinfecties van 7,6 in 1984 tot 4,9 in 1988 (35,5).

Geconcludeerd wordt dat actieve registratie van ziekenhuisinfecties bijdraagt tot een beter inzicht in het vóórkomen van deze infecties, en een doelmatige preventie mogelijk maakt. De (micro)computer is hierbij een belangrijk hulpmiddel.