Samenvatting
Doel
Het inventariseren van regionale verschillen in moedersterfte in Nederland.
Opzet
Retrospectief observationeel onderzoek.
Methode
Wij maakten gebruik van bestaande gegevens van de Commissie Maternale Sterfte (vanaf 2010 Auditcommissie Maternale Sterfte genaamd) en analyseerden alle moedersterftegevallen in de periode 1993-2008.
Resultaten
In deze periode werden 337 moedersterftegevallen gerapporteerd. De maternale mortaliteitsratio (MMR) was voor heel Nederland 10,8 per 100.000 levendgeborenen. De MMR varieerde van 6,2 in Noord-Brabant tot 16,3 in Zeeland. Van de 4 grootste steden varieerde de MMR van 9,3 in Amsterdam tot 21,0 in Rotterdam. Op landelijk niveau was pre-eclampsie de meest voorkomende oorzaak van moedersterfte. Een significant verhoogd risico op moedersterfte werd gezien bij vrouwen ouder dan 35 jaar (relatieve risico (RR): 1,61) en bij vrouwen van niet-westerse afkomst (RR: 1,59).
Conclusie
Er waren substantiële verschillen in moedersterfte tussen wijken, steden en provincies in Nederland. Daarnaast werd een hogere moedersterfte gezien bij vrouwen van niet-westerse afkomst en bij vrouwen ouder dan 35 jaar. In de huidige discussie over de kwaliteit van de verloskundige zorg moet hiermee rekening worden gehouden.
Reacties