De vraag of het drinken van water met 10-20 µgl benzeen schadelijk is, wordt beantwoord door de extra inname van benzeen te vergelijken met de ‘normale’ inname (1990:500). Gesteld is dat de gebruikelijke blootstelling via voeding 100 µgd bedraagt en via de ingeademde lucht 150 µgd.
Dit laatste is wat hoog geschat voor niet-rokende personen die niet vlak bij een benzeenbron, zoals een benzinepompstation wonen. Nederlanders vertoeven gemiddeld 17 uurd binnenshuis. Daar is 6,7 µgm³ de modale benzeenconcentratie.1 Het benzeengehalte van buitenlucht verhoogt meestal het gemiddelde blootstellingsniveau niet.2 Bij een ademvolume van 14 m³d bedraagt de inname dus niet meer dan 100 µgd. Belangrijker nog is dat van het ingeademde benzeen maar ongeveer de helft (20-70) wordt geresorbeerd.3 Dit betekent dat de inhalatoire bijdrage aan de inwendige benzeenbelasting niet meer hoeft te zijn dan 50 µgd.
Bij orale blootstelling aan benzeen is de resorptie 100…
Reacties