Refluxonderzoek en veranderde inzichten in de pathogenese van vesico-ureterale reflux

Onderzoek
R.J. Scholtmeijer
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1986;130:2216-9
Abstract

Samenvatting

Gedurende de periode 1982-1986 werden 93 kinderen met vesico-uterale reflux in een prospectief onderzoek behandeld. De voorlopige resultaten bij 80 kinderen bij wie 119 ureters met reflux bestonden en bij wie de controleperiode ten minste 1½ jaar bedroeg, worden beschreven. Alle kinderen met reflux graad III of minder ontvingen uitsluitend antibacteriële behandeling en profylaxe. Kinderen met reflux graad IV werden gerandomiseerd behandeld, hetzij met antibiotica, hetzij door middel van reïmplantatie van de ureter, gevolgd door antibacteriële behandeling en profylaxe. Kinderen met reflux graad V werden in eerste instantie geopereerd.

Bij 41 kinderen met 73 ureters met reflux die conservatief werden behandeld, kon worden vastgesteld dat de reflux in ten minste één der ureteren bij 36 kinderen (42 ureters met reflux) na 1½ jaar was verdwenen en bij 15 kinderen (16 ureters met reflux), deels uit de groep van 36, tot een geringere graad was afgenomen. Bij 39 kinderen met 46 operatief behandelde ureters bleek bij 36 (39 ureters met reflux) deze te zijn verdwenen, terwijl geen obstructie van de ureter werd waargenomen.

Conservatieve behandeling van reflux graad IV leidt in een geringer aantal tot succes dan operatieve behandeling. Conservatieve behandeling van reflux graad I t.m. III leidt echter tot goede resultaten. Ureters met reflux graad IV en V kunnen beter chirurgisch worden behandeld, vooropgesteld dat er geen functionele stoornissen van de blaas zijn.

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis Rotterdam-Sophia Kinderziekenhuis, afd. Kinderurologie, Gordelweg 160, 3038 GE Rotterdam.

Prof.dr.R.J.Scholtmeijer, uroloog.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties