Behandeling met een protonpompremmer is in de afgelopen jaren de therapie van eerste keuze geworden voor reflux-oesofagitis. Deze therapie is zeer effectief voor zowel de initiële genezing als de preventie van recidieven.1 Bijwerkingen treden weinig frequent op en zijn over het algemeen onschuldig van aard. Gezien deze gegevens en gezien het vaak recidiverende karakter van refluxklachten worden vele patiënten, zowel in de specialistische praktijk als in de huisartsenpraktijk, behandeld met onderhoudstherapie met deze sterke zuurremmers. Het indicatiegebied voor protonpompremmers heeft zich de afgelopen jaren uitgebreid. Aanvankelijk was onderhoudstherapie met deze medicijnen met name voorbehouden aan patiënten met ernstige reflux-oesofagitis. Omeprazol, het meest voorgeschreven en meest bestudeerde geneesmiddel in deze groep, is recentelijk door de Centrale Medisch Pharmaceutische Commissie van de Ziekenfondsraad ook goedgekeurd voor de onderhoudsbehandeling van reflux-oesofagitis graad 1. Dit alles benadrukt het belang van het evalueren van de mogelijke langetermijnconsequenties van sterk zuurremmende therapie. Daarbij dient de…
Reflux-oesofagitis: preventieve eradicatie van Helicobacter pylori nodig bij patiënten die omeprazol krijgen?
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1998;142:883-5
Abstract
Abstract
Reflux oesophagitis: preventive eradication of Helicobacter pylori necessary in patients given omeprazol?
The pattern of Helicobacter pylori gastritis depends on acid secretion. Profound acid suppressive therapy with proton pump inhibitors leads to a decrease of antral gastritis, but an increased severity of corpus gastritis. As such, maintenance therapy with these drugs for gastroesophageal reflux disease has consistently been associated with an increased incidence of atrophic gastritis in H. pylori infected patients. For this reason, the preventive effect of H. pylori eradication in these patients needs to be considered; this is being studied in prospective trials.
Aanvaard op
Ned Tijdschr Geneeskd. 1998;142:883-5
Reacties