Samenvatting
Doel
Onderzocht werden het effect van vroegtijdige opsporing van patiënten met een vergroot valrisico en het effect van het nemen van preventieve maatregelen op de frequentie van vallen.
Plaats
Tien verpleegafdelingen (2 op neurologie, 5 op interne geneeskunde, en 3 op chirurgie; 276 bedden) van het St. Radboudziekenhuis te Nijmegen.
Methode
In een eerste onderzoeksperiode (5 maanden) werd in een patiënt-controle-onderzoek de validiteit van een gemodificeerde risico-index van Innes en Turman onderzocht. In een tweede, aansluitende onderzoeksperiode (5,5 maanden) werd bij alle opgenomen patiënten op de verpleegafdelingen het valrisico met de index bepaald. Bij een vergrote kans op vallen werden preventieve maatregelen genomen. De aantallen valpartijen in beide onderzoeksperioden werden vergeleken.
Resultaten
De scores van patiënten die vielen waren statistisch significant hoger (p < 0,001) dan bij hen die niet vielen. In beide onderzoeksperioden (respectievelijk 1 en 2) waren de sensitiviteit (87 en 89) en specificiteit (82 en 74) van de index hoog. In de 1e onderzoeksperiode werden 86 valpartijen gemeld, in de 2e 66. Dit betekende een significante reductie van het aantal valpartijen, gecorrigeerd voor het aantal opgenomen patiënten en ligdagen.
Conclusie
De aangepaste index is bruikbaar voor het opsporen van patiënten met een vergrote kans op vallen in het ziekenhuis. Vroege interventie aan de hand van de index is mogelijk en effectief.
Reacties