Samenvatting
Om auteurs adviezen te kunnen geven ter verkleining van de kans op afwijzing van hun artikelen werd een retrospectief onderzoek verricht naar de redenen van afwijzing door de hoofdredactie van het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde van in 1990 ter publikatie aangeboden oorspronkelijke stukken (OS), capita selecta (CS), klinische lessen (KL) en casuïstische mededelingen (CM) en naar de invloed van lengte van het artikel, professionele status van de eerste auteur, relevantste vakgebied en herkomst van het artikel op de afwijzingskans.
Van 547 artikelen werd 38 (208) afgewezen; van de CM de meeste (49) en van de CS de minste (33). De adviesprocedure was bij de OS het uitgebreidst, bij de CM het beperktst. ‘Inhoudelijke tekortkomingen’ was de meest voorkomende reden van afwijzing in iedere rubriek, met name bij de OS (80). KL en CM werden relatief vaak afgewezen vanwege gebreken in de ‘klinische boodschap’. De gemiddelde lengte van afgewezen èn aanvaarde artikelen overschreed de limiet. Bij professionele status en vakgebied was er verschil in afwijzingskans (χ2, p < 0,05). Specialisten hadden de kleinste kans op afwijzing (31). Niet-specialisten hadden voordeel van supervisie van een specialist. Artikelen uit niet-academische instellingen werden vaker afgewezen dan artikelen uit academische centra, maar per rubriek was dit verschil niet significant.
Auteurs wordt geadviseerd hun artikelen te toetsen aan de beschreven criteria. Raadplegen van (methodologische) deskundigen, literatuurbestanden of de hoofdredactie kan de kans op aanvaarding vergroten. Niet-specialisten kunnen profiteren van supervisie. Wetenschappelijke instelling en bereidheid tot verwerken van redactionele adviezen vergroten de aanvaardingskans van een artikel.
Reacties