Dames en Heren,
Prostaatkanker is de meest voorkomende kankersoort bij de man. De behandeling ervan is multidisciplinair. De huisarts speelt hierbij een essentiële rol als continue factor in de verschillende fasen van de oncologische zorg. Een van de behandelopties bij prostaatkanker is uit- of inwendige radiotherapie. Het is belangrijk te weten wat de bijwerkingen en complicaties van deze therapie kunnen zijn. We illustreren dat aan de hand van 2 casussen.
Patiënt A, een 68-jarige, gescheiden man, meldt zich bij de huisarts met rectaal bloedverlies. Hij heeft recent zijn dochter verloren aan een gemetastaseerd longcarcinoom. Hij was 2 jaar geleden vanwege gewichtsverlies en pijn links onder in de buik naar de huisarts gegaan. Zijn voorgeschiedenis vermeldde hypertensie en correctie van een hernia inguinalis rechts. De huisarts verrichtte een uitgebreid oriënterend laboratoriumonderzoek, waarbij alleen PSA een verhoogde waarde van 15,6 ng/ml liet zien. Hiervoor werd hij verwezen naar de uroloog.
Anamnestisch waren…
Onderbuikspijn en prostaatcarcinoom
Patiënt A meldt zich bij de huisarts met pijn onder in de buik waarbij een prostaatca. wordt gevonden met kapseldoorbraak. Patiënt B blijkt prostaatca. te hebben, aan het licht gebracht door een licht verhoogd psa en een positieve familieanamnese.Beide patiënten worden radiotherapeutisch behandeld.
Collega Van Roemond beschrijft uitvoerig de ziektegeschiedenissen van beide patiënten. De vragen die deze in zijn algemeenheid bij mij oproepen, en die collega Van Roemond uiteraard ook niet exact kan beantwoorden, zijn: waren deze lijdenswegen, want zo mogen wij deze ziektege-schiedenissen toch wel noemen, niet te voorkomen geweest? Immers, wij weten dat wanneer een patiënt komt met klachten in de onderbuik die berusten op een prostaatca. dat er dan al sprake is van kapseldoorbraak c.q. metastasering. Zelf heb ik in mijn werkzame periode als huisarts altijd een ruimhartig controlebeleid gevoerd bij de daarvoor in aanmerking komende populatie met psa-bepaling c.q. RT. Daarmede heb ik meerdere van mijn patiënten veel onheil kunnen besparen doordat ik met mijn beleid meerdere prostaatcarcinomen in een vroeg stadium aan het licht heb gebracht. Laparoscopisch chirurgische behandeling was dan afdoende.
Ik besef dat ik daarbij heb gehandeld in strijd met de richtlijnen van de (toenmalige) NHG-standaard. Deze Klinische Les sterkt mij echter weer in mijn overtuiging dat slechts een paar dingen echt heilzaam zijn voor de patiënt met prostaatca. Dit zijn: een vroege detectie middels periodiek psa-onderzoek en evt. RT, gevolgd door een laparoscopische chirurgische therapie.
K.B.Tuinema, huisarts in ruste. Zevenaar