Bij de meeste patiënten met chronische nierinsufficiëntie ontstaat anemie, die verergert naarmate het ziekteproces voortschrijdt. Deze anemie vormt voor veel patiënten een belangrijk probleem, omdat ze vrijwel altijd gepaard gaat met chronische moeheid en verminderde inspanningstolerantie. De oorzaak van de anemie is drieledig: er is een verminderde aanmaak van erytropoëtine (EPO) in de nieren, het beenmerg wordt geremd door uremische toxinen en de overlevingsduur van de erytrocyten is verkort door hemolyse.12 Soms wordt de anemie nog verergerd door ijzergebrek. Tot voor kort was het alleen mogelijk de anemie ten gevolge van nierinsufficiëntie te behandelen met bloedtransfusies. Het gunstige effect van deze behandeling is echter tijdelijk. Bovendien wordt de eigen erytropoëse van de patiënt er verder door geremd, kan er op de lange duur overbelasting met ijzer ontstaan en is de patiënt blootgesteld aan de bekende transfusierisico's. Herhaalde transfusies leiden ook tot de vorming van HLA-antistoffen, die het vinden…
Recombinant-humaan erytropoëtine
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1988;132:432-4
Aanvaard op
Ned Tijdschr Geneeskd. 1988;132:432-4
Vakgebied
Reacties