Samenvatting
Doel
Het vergelijken van de effectiviteit van 3 niet-chirurgische behandelingsstrategieën bij patiënten met recent ontstane cervicale radiculopathie.
Opzet
Gerandomiseerde studie.
Methode
205 poliklinische patiënten met een cervicale radiculopathie die minder dan een maand bestond, werden behandeld met een halfharde halskraag en zoveel mogelijk rust gedurende 3-6 weken, of met 12 fysiotherapiebehandelingen en oefeningen thuis gedurende 6 weken, of met zoveel mogelijk continueren van de dagelijkse bezigheden (afwachten; controlebehandeling). Primaire uitkomstmaat was het beloop in tijd van scores voor arm- en nekpijn op een 100 mm visueel-analoge pijnschaal (VAS) en van de ‘Neck disability index’ (NDI) gedurende 6 weken na inclusie. Verschillen in beloop tussen de behandelgroepen werden geanalyseerd met ‘Generalized Estimated Equations’.
Resultaten
De armpijn verminderde in de controlegroep met 3 VAS-mm per week (19 mm in 6 weken). Een verdere afname werd verkregen met de halskraag en met fysiotherapie: in 6 weken een extra reductie van 12 mm van pijn in de arm door beide interventies ten opzichte van de controlebehandeling. Nekpijn verminderde niet significant in de controlegroep. De halskraag gaf een afname van nekpijn met 2,8 VAS-mm per week (17 mm in 6 weken) en fysiotherapie 2,4 VAS-mm per week (14 mm in 6 weken). Vergeleken met controlebehandeling gaf alleen behandeling met de halskraag een significante verbetering op de NDI.
Conclusie
In de eerste 6 weken gaven zowel een halfharde halskraag als fysiotherapie relevante extra afname van arm- en nekpijn vergeleken met een afwachtende houding bij patiënten met recent ontstane cervicale radiculopathie.
Reacties