Samenvatting
Doel
Bepalen van de mogelijkheid om sterftecijfers van patiënten geopereerd door verschillende hartchirurgen met elkaar te vergelijken.
Opzet
Retrospectief cohortonderzoek.
Plaats
Academisch Medisch Centrum, Amsterdam.
Patiënten en methoden
Van 783 patiënten die een hartklepvervanging hadden ondergaan werden klinische informatie, operatiegegevens en follow-upgegevens verzameld vanuit de klinische dossiers. Er waren 446 patiënten die een aortaklepvervanging hadden ondergaan (1979-1986) en 337 patiënten met een mitralisklepvervanging (1980-1990).
Resultaten
Bij patiënten die waren geopereerd door hartchirurg A was de 1-jaarssterfte hoger dan bij patiënten geopereerd door de andere hartchirurgen uit hetzelfde team, respectievelijk 16,4 en 9,5, een absoluut verschil van 6,9; (95-betrouwbaarheidsinterval van het verschil: 1,7-12,9). Ook bleek een belangrijk verschil in het risicoprofiel van deze patiënten van chirurg A ten opzichte van de overige patiënten. Na multivariate correctie voor dit verschil in risicoprofiel was het verschil in sterfte niet langer statistisch significant.
Conclusie
De gevonden verschillen in sterfte werden in ons onderzoek niet verklaard door verschil in kwaliteit van de hartchirurgen, maar hielden verband met het risicoprofiel van de door een van hen geopereerde patiënten. Zorgvuldige analyse met risicocorrectie is noodzakelijk voor de beoordeling van de kwaliteit van de zorg, anders kan de conclusie misleidend zijn.
Reacties