Samenvatting
- Klinische trials uit de jaren 70 en 80 laten zien dat vrouwen met een vroeg mammacarcinoom (stadium I-II, 0-5 cm) die een mammasparende behandeling ondergaan eenzelfde overleving hebben als vrouwen die een mastectomie krijgen.
- Sinds de jaren 80 is het risico op een lokaal recidief na mammasparende therapie en op late toxiciteit sterk verminderd.
- In studieverband worden groepen patiënten met een mammacarcinoom met een laag risico gedefinieerd bij wie aanvullende bestraling achterwege gelaten kan worden.
- Het scala aan effectieve systemische middelen is de afgelopen jaren uitgebreid, waardoor het risico op een mammacarcinoomrecidief wordt gereduceerd.
- Ontwikkelingen binnen het genetische onderzoek zullen naar verwachting leiden tot verder geïndividualiseerde locoregionale behandeling.
Artikelinformatie
Aanvaard op
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2016;160:A9289
Vakgebied
Reacties