artikel
M.G.Levitzky, Pulmonary physiology. 6e druk. (Lange physiology series.) 278 bl., fig., tabellen. McGraw-Hill, New York 2003. ISBN 0-07-138765-X. Prijs: ingen. € 49,64.
Dit boek is voor het eerst in 1983 verschenen en is nu aan een 6e druk toe. Deze 20 jaar lange geschiedenis kan worden opgevat als een bewijs van kwaliteit en van acceptatie door de doelgroep en door degenen die de longfysiologie onderwijzen. De auteur stipt in zijn voorwoord aan dat dit boek vooral gericht is op medisch studenten, als onderdeel van hun basale opleiding en op hen die voor hun specialistische opleiding een zekere longfysiologische basiskennis nog hebben (anesthesisten, assistent-geneeskundigen, fysiotherapeuten, gespecialiseerd verplegend personeel). Met dit doel in het achterhoofd is duidelijk veel aandacht besteed aan didactiek en leesbaarheid. De tekst leest makkelijk: de zinnen zijn kort en helder. De opgenomen figuren zijn helder, bevatten geen overbodige informatie en zijn geconcentreerd op de essentie. De lay-out van het boek is daarnaast overzichtelijk en herkenbaar.
Pulmonary physiology gaat niet of nauwelijks in op de pathofysiologie van de ademhaling. Daar waar het begrip van de normale, gezonde fysiologie wordt bevorderd door data van patiënten op te voeren, wordt dit niet nagelaten. Deze uitweidingen zijn echter niet voldoende om stoornissen bij patiënten te kunnen begrijpen en/of te interpreteren. Dit boek vormt daartoe wel de basis: zonder de kennis van de fysiologie immers geen interpretatie of duiding van ziekte.
Er zal geen enkel leerboek bestaan zonder beperkingen; dat geldt ook voor dit boek. De sterke gerichtheid op studenten en assistent-geneeskundigen en de leeftijd van het boek leiden er soms toe dat finesse en volledigheid onder druk staan. Een voorbeeld daarvan is de uitleg van de ‘equal pressure point’-(EPP)-theorie. Deze theorie ligt ten grondslag aan een van de meest gebruikte longfunctiebepalingen: de flow-volumecurve. De interpretatie van de vorm van de flow-volumecurve is (mede) gebaseerd op deze theorie, zowel bij ziekte als in gezondheid. De behandeling van deze theorie is echter kort en daardoor ontbreekt de link naar de dagelijkse praktijk. De uitleg van variabele en gefixeerde intra-/extrathoracale obstructie krijgt even later meer aandacht, terwijl deze aandoening minder vaak voorkomt dan de holle flow-volumecurve bij beginnend COPD. De leeftijd van het boek kan worden afgelezen aan het ontbreken van de ‘wave speed’-theorie, die een poging is om de onvolkomenheden van de EPP-theorie het hoofd te bieden. Toegegeven, deze wave-speedtheorie is niet toegankelijk, maar vermelding van het bestaan ervan en het opnemen van verwijzingen waren op hun plaats geweest.
Soortgelijke beperkingen zijn ook te vinden bij de meting van de weerstand van de luchtwegen. In de tekst worden indirecte metingen als geforceerd expiratoir éénsecondevolume of de flow-volumecurven opgevoerd, die de weerstand via een omweg meten: een lage flow, een hoge weerstand. De lichaamsplethysmografie komt wel voor als methode om longvolumen te meten, maar de weerstandsmeting ontbreekt volledig. De basale vergelijking R = P/V (weerstand = druk/volume) wordt wel gegeven.
Dit boek heeft het evidente voordeel van zijn duidelijke didactische inslag, iets wat nogal eens ontbreekt. Het vormt daardoor een goede inleiding tot de longfysiologie. Voor studenten is het een prima boek, net als voor bijvoorbeeld assistent-geneeskundigen of anderen die in aanraking komen met long-(patho)fysiologie. Voor degenen voor wie longfysiologie een essentieel onderdeel van hun vak is, biedt het regelmatig te weinig. Een tweede of een primair dieper gravende verhandeling is dan op haar plaats.
Reacties