Publiceren in biomedische tijdschriften in het jaar 2000 en daarna; verslag van een symposium

- On the occasion of the oration by prof. dr.A.J.P.M.Overbeke, executive editor of the Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, a symposium was organized on 16 June 2000. The lecturers were (chief) editors of medical journals. Many changes in medical publishing are to be expected in the next 10 years. The new technology will play an important part in this, but the details remain to be seen. Scientific journals can continue to exist in the electronic era if they produce legible, i.e. brief and clear articles in the printed version and offer extra information on the internet: details of methods used and statistical analyses and extensive tables. Also, the contributions of the various authors are printed. Not all, but only a few authors should make certain that the work described has indeed been performed and these would be responsible for the contents of the entire article. It appeared that the main part played by physicians in mass media is that of occasional informants. There still exist possibilities to use the media in distributing and supporting the messages of medicine and in elucidating the dilemmas. While ‘archivist’ journals mostly record scientific work presented, the task of the ‘newspaper journals’ consists of informing, interpreting, criticizing and stimulating. In this ‘colouring’ of the contents of the journal, the independence of the chief editors is of great importance. The innovations in medicine of the past century appear to be based mostly on the work of predecessors, of research physicians opposing established authorities, and on coincidence. The interval between discovery and publication has grown much shorter.

Samenvatting

Ter gelegenheid van de oratie van prof.dr.A.J.P.M.Overbeke, uitvoerend hoofdredacteur van het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, was op 16 juni 2000 een symposium georganiseerd. Sprekers waren (hoofd)redacteuren van medische tijdschriften. De komende 10 jaar zijn veel veranderingen in medisch publiceren te verwachten. De nieuwe technologie zal daar een belangrijk deel van uitmaken, maar hoe een en ander eruit zal zien, moet nog duidelijk worden. Wetenschappelijke tijdschriften kunnen in het elektronische tijdperk blijven bestaan als ze leesbare, dus korte en duidelijke, artikelen in de gedrukte versie produceren en op het internet extra informatie bieden: details van gebruikte methoden en statistische analysen en uitgebreide tabellen. Daarbij worden de bijdragen van de diverse medewerkers afgedrukt. Niet alle, maar slechts enkele auteurs zouden zich ervan moeten verzekeren dat het beschreven werk inderdaad is verricht en zouden verantwoordelijk moeten zijn voor de inhoud van het hele artikel. De belangrijkste rol die artsen in de massamedia spelen, lijkt die van gelegenheidsinformant. Er zijn nog mogelijkheden om de media te gebruiken bij het uitdragen en ondersteunen van de boodschappen van de geneeskunde en bij het verduidelijken van de dilemma's. Terwijl ‘archiverende’ tijdschriften vooral aangeboden wetenschappelijk werk vastleggen, bestaat de taak van ‘nieuwsbladtijdschriften’ uit informeren, interpreteren, kritiseren en stimuleren. Bij dat ‘inkleuren’ van de inhoud van het tijdschrift is de hoofdredactionele onafhankelijkheid van groot belang. De afgelopen eeuw blijkt vernieuwing in de geneeskunde vooral te zijn gebaseerd op het werk van voorgangers, van arts-onderzoekers die ingaan tegen het gevestigde gezag, en op toeval. De tijd tussen ontdekking en publicatie is sterk afgenomen.