Samenvatting
Doel
De effectiviteit bepalen van psychofysiologisch onderzoek voor het vaststellen van de aard van een erectiestoornis en de mogelijke effectiviteit van een voorgenomen therapie.
Opzet
Explorerend en vergelijkend.
Plaats
Afdeling Endocrinologie en Voortplanting, Erasmus Medisch Centrum, Rotterdam.
Methode
Routinematig psychofysiologisch diagnostisch onderzoek werd uitgevoerd bij 376 opeenvolgende patiënten (in 1994 en 1995) met een erectiestoornis van psychogene of gecombineerd psychogeen-organische aard. Tot dit onderzoek behoorden anamnese en objectieve meting van veranderingen in penisomtrek en -stijfheid, alsmede subjectieve visuele anologe scoring van de erectierespons na visuele seksuele stimulatie (VSS) en na VSS gecombineerd met vibrotactiele stimulatie (VIB) van het frenulumgebied van de penis. Non-responders kregen dezelfde stimulatie na een intracaverneuze injectie met papaverine plus fentolamine of alprostadil.
Resultaten
VSS gecombineerd met VIB leidde tot een goede erectierespons bij ongeveer 50 van de mannen met een erectiestoornis. De non-responders kregen een goede erectie na VSS-VIB volgend op een intracaverneuze injectie. Soms werd orgasme/ejaculatie waargenomen in afwezigheid van volledige erectie. In vervolgonderzoek, vanaf 1996, bleek dat in zulke gevallen (n = 17) een intracaverneuze injectie alsnog een (vrijwel) volledige erectie bewerkstelligde. Een intracaverneuze injectie was het effectiefst wanneer deze werd voorafgegaan en gevolgd door seksuele stimulatie (VSS en VIB).
Conclusie
Met onderzoek onder seksueel stimulerende omstandigheden, die geboden kunnen worden in een psychofysiologisch laboratorium of een urologische polikliniek, kan men een erectiestoornis analyseren en de reactie op behandeling. Zo kan men bijvoorbeeld de laagste effectieve intracaverneuze dosis bepalen en het risico op priapisme minimaliseren.
Reacties