Samenvatting
Bij 2 mannen van 33 en 31 jaar werd in de warme zomer van 1994 een fatale hittecollaps vastgesteld. De ene patiënt gebruikte als psychiatrische medicatie pimozide en clomipramine, de ander zuclopentixol, dexetimide, droperidol, promethazine en propranolol. Beiden hadden een lichaamstemperatuur > 42,3°C, maar transpireerden niet. Aanvankelijk bestond slechts een comateuze toestand met vrijwel onveranderde laboratoriumwaarden, snel gevolgd door het beeld van massaal leververval, diffuse intravasale stolling, anemie, trombopenie en acute nierinsufficiëntie. Ondanks adequate en snelle behandeling bleken deze complicaties fataal. Beide patiënten gebruikten meerdere medicijnen met antidopaminerge werking en anticholinergische (bij)werking. Het instelpunt van het temperatuurregulatiecentrum kan door de antidopaminerge werking van antipsychotica worden verhoogd. Gebruik van medicatie met anticholinergische werking kan door remming van de parasympathicomimetisch gemedieerde zweetsecretie de thermoregulatie verstoren. Het is aan te bevelen patiënten die deze medicatie gebruiken te wijzen op de gevaren bij een ongebruikelijk hoge buitentemperatuur.
Reacties