Samenvatting
In de periode van één jaar werd bij twaalf patiënten pseudotrombocytopenie vastgesteld: de foutief-lage bloedplaatjestellingen langs geautomatiseerde weg waren te wijten aan bloedplaatjesagglutinatie in aanwezigheid van ethyleendiamine-tetra-acetaat als anticoagulans. Bij geen van de patiënten werden tekenen van een verhoogde bloedingsneiging waargenomen. Indien uitgevoerd, waren de stollingstests normaal en werden er geen trombocytantistoffen gevonden; bij beenmergonderzoeken werd een normale megakaryopoëse aangetoond. Microscopisch onderzoek van het bloeduitstrijkje bracht talrijke trombocytenagglutinaten aan het licht, de bron van deze agglutinaten veroorzaakte een foutief-hoge leukocytentelling langs geautomatiseerde weg.
Het diagnostische en therapeutische belang van pseudotrombocytopenie wordt beklemtoond. Ook andere oorzaken van pseudotrombocytopenie worden vermeld.
Het belangrijkste element bij het herkennen van dit in vitro-artefact blijft het microscopische onderzoek van het perifere bloed. Met heparine onstolbaar gemaakt bloed zal normale trombocytentellingen weergeven. Met fluoride-oxalaat en ook met Na3-citraat ontstold bloed kan eveneens een beeld van pseudotrombocytopenie geven. Het histogram, waarmee moderne automatische partikeltellers uitgerust zijn, vormt een snel en elegant hulpmiddel: bloedplaatjesagglutinaten voegen een karakteristieke curve toe aan het lage-volumina-gebied van het leukocytenhistogram.
Bij het doorgeven en interpreteren van lage bloedplaatjestellingen zou men deze gegevens voor ogen dienen te houden.
Reacties