Samenvatting
Doel
Onderzoeken in hoeverre de nationale richtlijn ‘Preventie van pulmonale complicaties bij niet-thoracale chirurgie’ wordt toegepast bij patiënten met chronische obstructieve longziekte (COPD) of astma die een operatie ondergaan en in beeld brengen om welke redenen van deze richtlijn wordt afgeweken.
Opzet
Retrospectief cohortonderzoek, interviews en enquêtes.
Methode
Patiënten met een voorgeschiedenis van astma of COPD die in de periode januari 2017-juli 2018 een niet-thoracale operatie ondergingen werden geïncludeerd. De primaire uitkomstmaat was opvolging van de richtlijn, gedefinieerd als de aantekening in het patiëntendossier dat perioperatief intraveneus prednisolon of oraal prednison was toegediend. De redenen om de richtlijn niet op te volgen werden geïdentificeerd met interviews en enquêtes; dit was de secundaire uitkomstmaat.
Resultaten
Er kwamen 1623 patiënten in aanmerking voor een preventieve behandeling. In totaal kregen 653 patiënten (40%) een behandeling volgens de richtlijn. De overige 970 patiënten kregen geen behandeling (79%), een ander corticosteroïd (12%) of eenmalig prednisolon op de dag van de operatie in plaats van 3 dagen preoperatief (9%). Redenen om de richtlijn niet te volgen waren: angst voor bijwerkingen van corticosteroïden, indicaties voor andere soorten corticosteroïden en gebrek aan bewijs.
Conclusie
De huidige richtlijn is in ons ziekenhuis matig geïmplementeerd. Dit lijkt te worden veroorzaakt door gebrekkige aansluiting op de complexiteit van de praktijk, gebrek aan vertrouwen in het bewijs waarop de richtlijn is gebaseerd en angst voor bijwerkingen. Er zijn opmerkelijke verschillen tussen de visies van longartsen en anesthesiologen. Verder onderzoek is nodig om de landelijke richtlijn te verstevigen, met anticipatie op de genoemde barrières om een betere implementatie te bereiken.
Reacties