artikel
Op 12 augustus 2012 overleed in zijn woonplaats Malden prof.dr. P.W.C. Kloppenborg, emeritus hoogleraar Interne Geneeskunde in het bijzonder Endocriene Ziekten aan de Radboud Universiteit Nijmegen.
Piet Kloppenborg werd in 1931 te Rotterdam geboren. Na zijn studie Geneeskunde in Leiden/Rotterdam kwam hij in 1957 naar Nijmegen om onder leiding van prof.dr. C.L.H. Majoor internist te worden. Daarna startte hij onderzoek naar het hormoon aldosteron, samen met de chemicus Theo Benraad, die dit hormoon betrouwbaar kon meten. Zo ontstond een duo van een clinicus en een chemicus, een tweespan dat vanaf die tijd bepalend is geweest voor de ontwikkeling van de Nijmeegse endocrinologie. Na zijn promotie verbleef hij 1,5 jaar in Nashville, Tennessee, destijds het Mekka voor de bijnierpathologie. Na zijn terugkeer werd hij de pionier die zijn vakgebied, de endocrinologie, in Nijmegen vorm en inhoud gaf. In 1968 richtte hij de afdeling Endocriene Ziekten op, waarvan hij tot zijn emeritaat in 1996 hoofd was. Hierna zette hij zich nog geruime tijd in als lid van de raad van toezicht van het UMC St Radboud.
Kloppenborg was een originele wetenschapper en een uitstekend docent. Veel jonge internisten zijn bij hem opgeleid en gepromoveerd en hij heeft vele honderden publicaties op zijn naam staan. Hij had niet alleen kennis maar ook verbeelding. Dat leidde ook tot onderzoek buiten de endocrinologie in strikte zin, zoals dat naar homocysteïne en naar stoornissen in de thermoregulatie. Hij was een uitstekend en gewaardeerd didacticus voor studenten, en daarbij gaf hij hen en passant ongevraagd politieke meningen en overtuigingen mee. Daarnaast was hij een toegewijde, deskundige en aimabele dokter.
Binnen de kliniek voor Inwendige Ziekten in Nijmegen bewaakte hij dat subspecialisten ook generalist bleven. Hij had een groot gevoel voor kwaliteit en was aanjager van het elkaar aanspreken op misstanden en fouten. Verder was hij bij onderzoek een stimulator van de interactie tussen clinici en laboratoriumspecialisten. Daarbij vond hij wel dat de clinicus bepaalde wat er gemeten moest worden en dat de chemicus mocht bepalen hoe dat dan gemeten moest worden.
Kloppenborg was allergisch voor rigide autoriteit. Het management koesterde hij niet zozeer en hij verafschuwde hun jargon. Zijn gewoonte om dingen onverbloemd en niet altijd even diplomatiek te zeggen, leidde soms tot conflicten, overigens zelden met zijn medewerkers, die zijn leiderschap waardeerden.
Met veel respect gedenken wij deze Radboudpionier. Wij zullen zijn markante persoonlijkheid, intelligentie, vriendschap en verfijnde humor missen. Zijn vrouw Wiesje en zijn kinderen en kleinkinderen betuigen wij onze oprechte deelneming.
Reacties