Prof.dr. Johan Vreeken (1929-2010)

In memoriam
L. (Bert) Arisz
Jan van der Meer
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2011;155:B671

artikel

Figuur 1

Op 27 december 2010 overleed Johan Vreeken, emeritus hoogleraar Algemene Inwendige Geneeskunde in het Academisch Medisch Centrum, Amsterdam. Hij was een geboren en getogen Amsterdammer. Hij studeerde geneeskunde aan de Gemeente Universiteit, deed artsexamen in 1955 en vervulde daarna zijn dienstplicht in het Centraal Laboratorium van de Bloedtransfusiedienst (CLB). Al in die periode raakte hij geïnteresseerd in de bloedstolling, en twee jaar later promoveerde hij op trombelastografie bij professor dr. S. van Creveld. In deze periode trouwde hij met Mies van Brink. Zij heeft hem in de laatste moeilijke jaren op bewonderenswaardige wijze bijgestaan.

Vreeken werd in 1957-1961 hij opgeleid tot internist bij prof.dr. J.G.G. Borst, een periode waarover hij later het humoristisch getinte Verhalen uit het Binnengasthuis 1957-1961 schreef. Hij bleef als chef de clinique verbonden aan het Binnengasthuis (BG), maar werd tevens hoofd van het Stollingslaboratorium van het CLB, waar hij promovendi begeleidde. In 1969 werd hij tegelijk met Max Koster benoemd tot hoogleraar Algemene Interne Geneeskunde in het Wilhelmina Gasthuis (WG), terwijl ‘Tontin’ van Leeuwen in eenzelfde functie werd benoemd in het BG. In 1981 verhuisde het BG als eerste tranche naar het AMC met voor de Interne Geneeskunde de hoogleraren Van Leeuwen en Bert Arisz. In 1983 volgde het WG met Koster en Vreeken. Na het emeritaat van Koster en Van Leeuwen werd Vreeken in 1985 benoemd tot hoofd van de gefuseerde afdelingen Interne Geneeskunde in het AMC.

Als docent blonk Vreeken uit door de heldere wijze waarop hij aan het ziekbed en in de collegezaal klinische problemen analyseerde en oploste. Voor de studenten was hij een voortreffelijke leermeester: zij benoemden hem tot erelid van hun faculteitsvereniging.

Vreeken was een efficiënte werker met een scherp analytisch vermogen, die snel tot de kern van een probleem wist door te dringen. In discussies kon hij ad rem reageren, vaak met een combinatie van humor, ironie en enige scepsis. Hij was niet altijd gemakkelijk voor zijn assistenten, maar stond honderd procent achter ze als er een probleem was. Hij had een oprechte weerzin tegen bureaucratie en een zeer beperkt enthousiasme voor vergaderingen. Wanneer er evenwel een naar zijn mening belangrijk probleem aan de orde was, verdedigde hij zijn zienswijze krachtig en vasthoudend, ook al ging de algemene mening in tegengestelde richting.

Als generalist heeft Vreeken de centrale functie van de Algemene Interne Geneeskunde gecontinueerd te midden van de diverse deelspecialismen, niet alleen omdat dit wenselijk was voor het onderwijs aan studenten en de opleiding van internisten, maar ook voor een integrale patiëntenzorg. Bij zijn emeritaat in 1994 liet hij een bloeiende afdeling Interne Geneeskunde achter.

In 1976 werd Johan redacteur van het NTvG. Sinds 1957 heeft hij talloze bijdragen aan het tijdschrift geleverd, eerst in de referatenrubriek, later vooral over bloedstolling en medisch onderwijs. Bijzonder was zijn verslag van de Elfstedentocht in 1985 (1985;129:2464-5), waarop hij zich jarenlang met volharding had voorbereid. Ook in 1986 en 1997 haalde hij de finish. Zijn laatste publicatie verscheen in het tijdschrift van de Fryske Akademy en betrof een onderzoek naar de oorsprong van Aalsmeer.

Johan Vreeken heeft veel betekend voor de interne geneeskunde in Nederland. Hij blijft in de herinnering als een veelzijdige persoonlijkheid, een originele denker en een inspirerende leermeester.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties