Prof.dr. G.A. de Jonge, kinderarts (1924-2015)

In memoriam
Ad Nagelkerke
Adèle Engelberts
Jaap Mulder
Ben Semmekrot
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2015;159:B1168

artikel

Op 9 maart 2015 overleed professor Guus de Jonge, kinderarts.

Zijn levensloop is indrukwekkend en divers. Na in Indonesië te hebben gewerkt als tropenarts volgde hij de opleiding tot kinderarts in het Juliana Kinderziekenhuis in Den Haag. Daarna werd hij kinderarts in Eindhoven, waar hij de opleiding kindergeneeskunde van de grond tilde. In diezelfde periode schreef hij zijn proefschrift over bedplassen bij kinderen en was hij voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde.

Doordrongen van het belang van gezondheidsbevordering en preventie maakte hij de overstap naar het Nederlands Instituut voor Preventieve Geneeskunde, een onderdeel van TNO. Hij had oog voor het belang van de jeugdgezondheidszorg, waaraan het feit dat zijn vrouw Baukje als arts op het consultatiebureau werkte zeker heeft bijgedragen. Hij speelde een belangrijke rol bij de invoering van de hielprikscreening op congenitale hypothyreoïdie. Van het cohort uit Terneuzen dat hij opzette om het effect van borstvoeding op de lange termijn te kunnen bestuderen, wordt nog steeds dankbaar gebruik gemaakt.

In 1980 werd hij benoemd tot hoogleraar, afdelingshoofd en opleider kindergeneeskunde aan het Academisch Ziekenhuis der Vrije Universiteit. In die periode deed hij van zich spreken door zijn onderzoek naar wiegendood. Uit retrospectief onderzoek bleek hem dat dit beeld sterk was geassocieerd met buikligging. Gezien de hoge incidentie van wiegendood – in die tijd in Nederland 4 tot 5 gevallen per week – voelde hij zich genoodzaakt publiekelijk het advies te geven om kinderen op de rug te slapen te leggen, zonder te wachten op peer-reviewed publicatie van zijn gegevens. Deze handelwijze ontmoette aanzienlijke weerstand binnen de beroepsgroep en hij werd er door velen om verguisd. Zijn advies werd echter breed opgevolgd en parallel daaraan daalde de incidentie van wiegendood spectaculair. Uiteindelijk heeft men, om te beginnen in het buitenland en wat later ook in Nederland, ingezien dat hij het wat betreft de relatie tussen buikligging en wiegendood bij het rechte eind had.

In 1989 ging hij met emeritaat. Dat zag hij vooral als een kans om nog meer tijd te steken in wat hem het meeste bezig hield. Eén van die dingen was preventie van vermijdbare ziekte en sterfte bij kinderen.

Na de geboorte van een kleindochter met een perinatale infectie door groep B-streptokokken (GBS) stimuleerde hij de totstandkoming van een Nederlandse richtlijn ter preventie van dit ziektebeeld. Hij richtte de Stichting GBS op en initieerde de oprichting van de Oudervereniging GBS.

Ook zijn strijd tegen wiegendood zette hij onverdroten voort. Naast de oudervereniging die hij in het leven geroepen had, richtte hij de Landelijke Werkgroep Wiegendood (LWW) op; hij betrok daarbij uiteenlopende disciplines. Met volhardendheid en precisie werd het onderzoek naar risicofactoren voortgezet en werd daarover gepubliceerd. Dit leidde tot steeds verdere verfijning van preventieve richtlijnen op dit gebied, met wereldwijd resultaat. Inmiddels is de incidentie van wiegendood in Nederland gedaald van 103 per 100.000 levendgeborenen in 1986 tot 6 in 2013, de laagste sterfte aan wiegendood ter wereld.

Guus de Jonge is 91 jaar geworden.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties