In de opleiding tot arts is de tijd die aan de basisvakken wordt besteed de afgelopen jaren flink gereduceerd. Onder de term ‘basisvakken’ valt in feite de humane biologie met onderwerpen als anatomie, fysiologie, histologie en biochemie. Deze vakken maken sinds de 19e eeuw deel uit van de studie geneeskunde. Destijds was het een grote vooruitgang dat hier aandacht voor kwam. Men vond dat een arts bevindingen uit zijn laboratorium ook moest gebruiken om patiënten te behandelen. Een geestig relict uit die tijd is overigens de witte laboratoriumjas, die artsen in onze ziekenhuizen nog steeds dragen. Deze jas heeft geen functie meer. Praktiserende artsen hebben nu eenmaal vrijwel nooit meer een laboratorium, en zij mogen zeker niet meer in een jas uit dit lab in de kliniek rondlopen.
De basisvakken zijn met name gereduceerd ten faveure van het praktijkonderwijs, zoals de coschappen. In beperkte mate zijn er overigens wel moderne…
Reacties