Samenvatting
Preventie van wondinfecties na abdominale operaties waarbij van endogene bacteriële contaminatie sprake is, stoelt binnen de beschreven chirurgische afdeling op eenmalige preoperatieve toediening van antibiotica volgens een simpel, ook door verpleegkundigen goed hanteerbaar, schema (gebruik makend van een combinatie van amoxicilline, tobramycine of metronidazol) en een liberale toepassing van open-wondbehandeling. In de periode van 1 juli 1985 tot 1 juli 1986 werden 519 abdominale operaties, naar toenemende contaminatiegraad volgens de classificatie van de Amerikaanse National Research Council (NRC) oplopend van NRC-klassen II-IV, verricht. Bij 371 werd de wond gesloten (NRC-klasse II: 285; NRC-klasse III: 86). Bij 148 (40) werd de wond met opzet opengelaten (NRC-klasse III: 51; NRC-klasse IV: 97)). In de groep NRC-klasse II werden slechts 2 wondinfecties gezien. Er waren onder andere geen infecties bij 141 galblaasweg-operaties, geen bij 46 maagresecties en slechts 1 bij 54 electieve colonresecties. In de groep NRC-klasse III met 86 gesloten wonden werden geen wondinfecties gezien. Alle 148 opengelaten wonden (NRC-klassen III en IV) genazen probleemloos, zonder belangrijke morbiditeit, verlenging van de opnameduur, of toename van het aantal poliklinische controlebezoeken; bovendien was het kosmetische resultaat goed. Met gebruikmaking van éénmalige, gericht toegediende antimicrobiële profylaxe in combinatie met op ruime indicatie uitgevoerde ‘open-wond’ behandeling lijken de postoperatieve wondinfecties na een laparotomie vrijwel onder controle.
Reacties