Elders in dit tijdschrift pleiten Claassen en collega’s in hun klinische les ervoor dat huisartsen patiënten zonder milt of met functionele asplenie actief opsporen en een adequaat preventief beleid voeren.1 Wat dat laatste inhoudt zetten Lammers en collega’s in 2012 al duidelijk uiteen in dit tijdschrift, in een artikel waarin zij een toelichting gaven op de ‘Richtlijn voor preventie van infecties bij mensen met (functionele) hypo- en asplenie’ van de Landelijke Coördinatie Infectieziektenbestrijding (LCI) van het RIVM.2 De kern van dit preventieve beleid bestaat uit adequate voorlichting, vaccinaties en profylactisch gebruik van antibiotica.
Onderbouwing van de richtlijn
Goed opgezet prospectief klinisch onderzoek naar de effecten van deze preventieve maatregelen is niet beschikbaar. De richtlijn is gebaseerd op enkele kleine observationele studies die een substantiële verlaging van morbiditeit en mortaliteit laten zien bij toepassing van voorlichting, vaccinaties en antibiotica-profylaxe,3,4 en op de extrapolatie van studies naar de effecten…
Reacties