Aangeboren afwijkingen door een rubella-infectie in de zwangerschap zijn thans zeldzaam geworden dankzij een effectief vaccinatiebeleid. Naast preventie is hierbij ook een zekere vorm van interventie mogelijk, omdat deze infectie in de zwangerschap soms herkend kan worden door symptomen bij de moeder. Indien serologisch onderzoek de diagnose bevestigt, is zwangerschapsafbreking een te verdedigen ingreep omdat de kans op vruchtbeschadiging, vooral vroeg in de zwangerschap, zeer groot is.
Een tegenstelling hiermee vormt de situatie met betrekking tot de andere belangrijke virale oorzaak van congenitale afwijkingen: infectie met cytomegalovirus (CMV). De mogelijkheden tot preventie en interventie zijn daarbij namelijk zeer beperkt. Er zijn bovendien aanwijzingen dat deze oorzaak van vruchtbeschadiging steeds belangrijker wordt, hetgeen samen lijkt te hangen met sociale en economische veranderingen. In dit overzicht zal nader ingegaan worden op deze problematiek.
Klinisch beeld
Congenitale CMV-infectie kan leiden tot een syndroom dat sterk variabel is in ernst en soms pas manifest…
Reacties