Samenvatting
Doel
Nagaan welk deel van de met inflammatoire darmziekte (IBD) samenhangende colorectale carcinomen optreedt voordat geadviseerd wordt te starten met een opsporingsprogramma door endoscopisch onderzoek van het colon.
Opzet
Descriptief.
Methode
Een zoekopdracht in het Pathologisch-Anatomisch Landelijk Geautomatiseerd Archief (PALGA) naar IBD en colorectaal carcinoom (CRC) in de periode januari 1990-juni 2006 werd uitgevoerd in het Universitair Medisch Centrum Utrecht. De tijdsduur tussen het moment waarop IBD of IBD-gerelateerde klachten werden vastgesteld en het moment waarop een colorectaal carcinoom werd gediagnosticeerd, werd berekend. De geobserveerde tijd werd vergeleken met het geadviseerde startpunt voor colonoscopische opsporing volgens de Britse en Amerikaanse richtlijnen. Bij pancolitis betreft het een ziekteduur van 8-10 jaar, bij linkszijdige colitis 15-20 jaar.
Resultaten
Bij 29 IBD-patiënten werden 33 CRC’s gevonden. De mediane leeftijd waarop IBD en CRC werden gediagnosticeerd was respectievelijk 29 (uitersten: 11-82) en 47 (uitersten: 23-82) jaar. Bij 7 van de 29 patiënten (24) ontstond het CRC binnen een ziekteduur van de 8- en 15-jaarsintervallen voor controle bij respectievelijk uitgebreide colitis en linkszijdige colitis. Bij 9 van de 29 patiënten (31) ontstond het CRC binnen een ziekteduur van respectievelijk 10 en 20 jaar. Indien het optreden van met IBD samenhangende klachten in plaats van het moment van het vaststellen van de diagnose ‘IBD’ als beginpunt van de ziekteduur werd genomen, kreeg 17-24 van de patiënten een CRC voordat opsporing zou zijn gestart.
Conclusie
De resultaten van deze studie suggereren dat met de Britse en Amerikaanse richtlijnen voor opsporing een CRC mogelijk niet tijdig gediagnosticeerd wordt bij een substantieel deel van de patiënten met een met IBD samenhangend CRC (17-31).
Ned Tijdschr Geneeskd. 2007;151:2787-91
Reacties