Samenvatting
In het Westland werd in 1988‘89 bij 84,5 van de kinderen van 5-6jaar (n = 1230) via een lijst vragen aan hun ouders onderzoek gedaan naar het vóórkomen, de symptomen en het vóórkomen in de familie van voedselovergevoeligheid en van andere overgevoeligheid. Vervolgens werd nagegaan wat ouders deden bij vermoeden van voedselovergevoeligheid bij hun kind.
Volgens 23,1 van de ouders van de kinderen (n = 1039) was hun kind overgevoelig; de familieanamnese was dan significant vaker positief. Meestal betrof de overgevoeligheid voedsel, namelijk bij 11,4 van alle kinderen. Koemelk, kleur-, geuren smaakstoffen en chocolade werden vooral als veroorzaker van symptomen aangegeven. Vooral symptomen van het maag-darmkanaal, het frequent huilen als baby en gedragsproblemen werden genoemd. Bij de meeste voedselovergevoelige kinderen begonnen de symptomen vóór de leeftijd van 1 jaar. Hoewel bij slechts 39 van hen nader onderzoek werd verricht, kreeg 91,5 van de kinderen met vermeende voedselovergevoeligheid door hun ouders beperkingen opgelegd.
Conclusie: voedselovergevoeligheid wordt door veel ouders gezien als oorzaak van klachten bij hun kind. Zij leggen hun kind dan vaak en langdurig voedselbeperkingen op zonder dat de diagnose ‘voedselovergevoeligheid’ door middel van onderzoek is vastgesteld.
Reacties