Samenvatting
Doel
Inzicht verkrijgen in de prevalentie van prostaatkanker bij 50-plussers met en zonder plasklachten.
Opzet
Dwarsdoorsnedeonderzoek.
Methode
Een groep van 1688 mannen van 50-78 jaar, woonachtig in Krimpen aan den IJssel, werd onderzocht door middel van vragenlijsten en metingen in een gezondheidscentrum en een polikliniek Urologie. Uitgenodigd werden alle mannelijke inwoners, uitgezonderd mannen met een radicale prostatectomie, neurogeen blaaslijden, prostaat- of blaaskanker in de voorgeschiedenis, onvermogen om vragenlijsten in te vullen of het gezondheidscentrum te bezoeken of een negatief advies om mee te doen van de eigen huisarts. De respons was 50. Prostaatbiopten werden genomen volgens een vooraf opgesteld protocol, onafhankelijk van de aanwezigheid en de ernst van mictieklachten, op basis van uitkomsten van rectaal toucher, serumwaarde van prostaatspecifiek antigeen (PSA) en bevindingen bij transrectale prostaatechografie.
Resultaten
Volgens protocol werden 182 biopten geadviseerd, waarvan er 173 werden uitgevoerd. Hierin werd 58 maal prostaatkanker aangetoond (prevalentie 3,6). De prevalentie nam sterk toe in groepen met hogere leeftijd, maar hield geen verband met de aanwezigheid of ernst van mictieklachten (3,3 bij mannen zonder of met geringe klachten versus 3,7 bij mannen met matige tot ernstige klachten; χ2-toets; p = 0,686). Tumorgradering en -stadiëring verschilden niet met de leeftijd of tussen mannen met matige tot ernstige mictieklachten en mannen zonder of met geringe mictieklachten.
Conclusie
De prevalentie van prostaatkanker was gelijk bij mannen met en zonder mictieklachten. Het verrichten van een PSA-bepaling op basis van de aanwezigheid van mictieklachten staat derhalve gelijk aan screenen in een ongeselecteerde populatie. Het nut daarvan is onbekend.
Reacties