Samenvatting
De populatie bezoekers van de polikliniek Venereologie van de afdeling Dermato-venereologie van het Academisch Ziekenhuis Rotterdam-Dijkzigt zijn voor 44 heteroseksuele vrouwen, voor 40 heteroseksuele mannen en voor 12 mannen met homoseksuele contacten. In de periode 1 juni tot 1 september 1985 was de prevalentie van antistoffen tegen Treponemata in de onderzochte patiëntengroep 10, die van HBsAg en anti-HBs 2,0 respectievelijk 22,5. Deze uitkomsten zijn in vergelijking met die van de Nederlandse bevolking zeer hoog.
De prevalentie van HIV-infecties onder de onderzochte patiënten was 11,4, die onder de groep mannen met homoseksuele contacten 9,9. Deze infectie werd statistisch significant vaker gezien bij mannen met homoseksuele contacten, met een positieve syfilisserologie en met anti-HBs. In de voorgeschiedenis is statistisch significant vaker de diagnose lymfadenopathie gesteld. Andere SOA kwamen niet belangrijk vaker voor. In de periode 1 september 1985 tot 1 september 1986 bleek 29 van de vrijwillig geteste personen seropositief voor HIV te zijn. Zij bleken homoseksuele contacten te hebben en (of) intraveneus drugs te hebben gebruikt en dus tot de bekende risicogroepen te behoren.
Reacties