Craniosynostose is onderdeel van meer dan 100 syndromen en komt bij 1:2500 levendgeborenen voor. Meestal gaat het om een geïsoleerde (‘non-syndromale’) craniosynostose. Wanneer er bijkomende extracraniële verschijnselen zijn, bijvoorbeeld aan handen en voeten, wordt op basis hiervan de klinische syndroomdiagnose gesteld. Een voorbeeld hiervan is het Saethre-Chotzen-syndroom, waarbij variabele afwijkingen…
Artikelinformatie
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1997;141:2034-5
Reacties