Preconceptiezorg draagt niet alleen bij aan een gezonde zwangerschap voor moeder en kind, maar ook aan een betere gezondheid later in het leven. Desondanks wordt deze zorg aan de meeste mensen met een kinderwens in Nederland nog steeds onthouden. Dat moet veranderen. Beroepsverenigingen erkennen dit. Ook de Vereniging Samenwerkende Ouder- en Patiëntenorganisaties (VSOP), die zich namens 70 patiëntenorganisaties inzet voor patiënten met zeldzame en genetische aandoeningen, vindt dit onacceptabel en een gemiste kans.
Preconceptiezorg is de beste economische en maatschappelijke preventieve investering voor de gezondheid van een bevolking.1 Preconceptiezorg omvat het geheel aan maatregelen te nemen vóór de conceptie om de gezondheid van de toekomstige moeder en haar kind te bevorderen en geïnformeerde reproductieve keuzes te maken.2 Zowel bij zorgverleners als bij de bevolking is het onvoldoende bekend dat de eerste 10 weken van de zwangerschap, waarin de embryonale groei en ontwikkeling en vroege placentatie plaatsvinden, medebepalend zijn voor niet alleen de gezondheid van de pasgeborene, maar ook die van het opgroeiende kind en de latere volwassene. De antenatale zorg begint echter pas bij 8 weken – of vaak nog later – en dan is het te laat om eventuele risico’s te kunnen beïnvloeden.3
Eerdere adviezen
Al in 1992 verscheen het eerste advies van de Voedingsraad waarin wordt opgeroepen vrouwen te adviseren om in de preconceptieperiode extra foliumzuur te gebruiken…
Reacties