Samenvatting
- De uitslagen van zelfmetingen van de bloeddruk voorspellen het risico op het krijgen van hart- en vaatziekten beter dan die van bloeddrukmetingen verkregen in de huisartsenpraktijk of de kliniek.
- Ondanks de sterke toename van het aantal apparaten voor thuismeting is er nog steeds veel onduidelijk over hoe, door wie, waarmee en wanneer het thuis meten van de bloeddruk moet worden toegepast.
- Zelfmeting verdient aanbeveling als aanvulling op de conventionele bloeddrukmeting, omdat op deze manier het wittejasseneffect en gemaskeerde hypertensie kunnen worden vastgesteld.
- Zelfmeting is alleen zinvol als deze met een gevalideerde automatische bloeddrukmeter wordt uitgevoerd en er op de juiste manier gemeten wordt. Hiervoor is goede instructie van de patiënt noodzakelijk.
- Als grenswaarde voor thuismeting dient 135/85 mmHg te worden gehanteerd.
- Wanneer de thuis gemeten bloeddrukwaarden tot een andere conclusie leiden dan de bloeddrukwaarden zoals gemeten in de kliniek of de huisartsenpraktijk (en er dus wittejassenhypertensie of gemaskeerde hypertensie is), verdient het aanbeveling om de procedure te herhalen.
- Indien er nadien nog steeds een discrepantie bestaat tussen de uitkomsten van beide methoden van bloeddrukmeting kan een ambulante 24-uursbloeddrukmeting wellicht uitsluitsel geven omtrent het ‘werkelijke’ bloeddrukniveau van de patiënt.
Ned Tijdschr Geneeskd. 2008;152:546-9
Reacties