In de huidige praktijk hebben predictiemodellen voor postoperatieve sterfte een beperkte klinische waarde, doordat het sterfterisico überhaupt laag is. Postoperatieve functionele achteruitgang en verlies van kwaliteit van leven worden daarentegen onderbelicht in preoperatieve informatie en besluitvorming.
Postoperatieve sterfte wordt gedefinieerd als overlijden binnen dertig dagen na een operatie. Deze uitkomst is van oudsher een belangrijke maat voor het operatierisico. Het operatierisico wordt nauwkeurig beoordeeld met als doel de perioperatieve zorg te verbeteren door risicofactoren optimaal te behandelen en zorgvuldig af te wegen of een operatie verantwoord is.
In Nederland worden jaarlijks meer dan een half miljoen operaties uitgevoerd bij patiënten die in het ziekenhuis zijn opgenomen. In het afgelopen decennium is de gemiddelde sterfte na deze ‘risicovolle’ operaties gedaald tot onder de één procent.1 Zelfs bij de relatief kleine groep patiënten met een sterk verhoogd risico is het risico op overlijden binnen dertig dagen na de operatie tegenwoordig zelden groter dan enkele procenten.
Het merendeel van de patiënten met een hoog operatierisico wordt gekenmerkt door ouderdom, multimorbiditeit en kwetsbaarheid. Voorspellende modellen voor postoperatieve sterfte kunnen bij deze patiënten verkeerde verwachtingen scheppen over de impact van…
Reacties