Positronemissietomografie (PET) met 18F-fludeoxyglucose (FDG) wordt in toenemende mate gebruikt in de klinische praktijk. Eerder werd in dit tijdschrift bericht over mogelijke toepassingen van de techniek in de oncologie.1 Van de uiteenlopende indicaties staan die in de oncologie (inter)nationaal duidelijk op de voorgrond. In de cardiologie wordt PET-diagnostiek toegepast voor eventuele revascularisatie bij patiënten met ernstige pompfunctiestoornissen op basis van coronarialijden, en in de neurologie bij patiënten met therapierefractaire epilepsie die eventueel voor een neurochirurgische ingreep in aanmerking komen.
De beschikbare literatuur over de toepassingsmogelijkheden van FDG-PET in met name de oncologie heeft de laatste jaren een enorme omvang bereikt.2 Onder meer in de VS, Australië en, wat dichter bij huis, in België zijn intussen diverse indicaties erkend. In Nederland bestaan echter nog geen landelijke richtlijnen voor PET-diagnostiek. Naast de tot dusverre geringe verspreiding van PET-scanners speelden hierbij wellicht ook andere factoren een rol. Bij de introductie…
Reacties