Op een leeftijd tussen twee en vijf jaar heeft één op de drie kinderen platvoeten. Bij een platvoet is het lengtegewelf verstreken en staat de achtervoet in valgusstand. Kinderen met platvoeten klagen er in de regel niet over, maar vaak denken hun ouders of verzorgers dat het een afwijking betreft waaraan iets gedaan moet worden. De veel voorkomende soepele platvoet is zelden van klinische betekenis en onnodige behandeling dient te worden voorkomen. Voordat ouders of verzorgers gerustgesteld worden, dient onderscheid gemaakt te worden tussen een soepele en een contracte platvoet. De laatste komt doorgaans wel voor behandeling in aanmerking. In deze klinische les zal het verschil tussen een soepele en een contracte platvoet besproken worden. Niet besproken worden platvoeten als onderdeel van een algemene aandoening, zoals encefalopathie en spina bifida.
Patiënt A was een jongen van 5 jaar wiens ouders ongerust waren over de stand van zijn voeten. Hij had…
Reacties