Samenvatting
Doel
Beschrijven van het rijgedrag van patiënten met overmatige slaperigheid overdag (EDS) en de invloed van diagnose, therapie, wettelijke maatregelen en adviezen op hun deelname aan het snelverkeer.
Opzet
Enquêteonderzoek.
Plaats
Centrum voor Slaap- en Waakstoornissen in het Westeinde Ziekenhuis te Den Haag.
Methode
Aan alle patiënten met EDS, waarbij tenminste een stabiele periode van een halfjaar na het geven van therapie verlopen was, werd een vragenlijst gestuurd inzake EDS en rijgedrag (n = 138). De antwoorden werden vergeleken met de antwoorden op dezelfde vragen die ten tijde van de diagnose werden gesteld.
Resultaten
De vragenlijst werd ingevuld terugontvangen van 92 patiënten (67 respons); 18 van hen hadden geen rijbewijs of hadden nooit gereden. Van de resterende 74 patiënten waren 18 gestopt met rijden of reden minder dan vóór de diagnose. De overige 56 patiënten reden evenveel of zelfs meer. De invloed van diagnose, therapie en het advies met rijden te stoppen op het rijgedrag was gering.
Conclusie
Patiënten met EDS nemen aan het snelverkeer deel. De wettelijke richtlijnen hiervoor en het advies van artsen hebben weinig invloed op het feitelijke rijgedrag. Deze behoeven aanpassing, liefst in de richting van een test op rijgeschiktheid van de individuele patiënt.
Reacties