Samenvatting
Perifere weefsels, zoals huid en spieren, zijn gevoelig voor veranderingen in de perfusie. Tijdens circulatoire shock worden deze weefsels als eerste minder doorbloed en na behandeling herstellen ze als laatste.
Door het monitoren van de perifere circulatie kan daarom al in een vroeg stadium een verstoring van de systemische circulatie worden opgespoord.
Bij ernstig zieke patiënten is de perifere perfusie vaak verstoord.
De perifere perfusie kan verstoord blijven, ook als de waarden van conventionele hemodynamische parameters, zoals bloeddruk en hartfrequentie, na behandeling normaliseren.
Een blijvend afwijkende perifere perfusie is gerelateerd aan een slechter klinisch beloop.
Met de huidige non-invasieve methoden kan de perifere circulatie bij ernstig zieke patiënten eenvoudig worden beoordeeld aan het bed.
Mogelijk kunnen interventies die de perifere circulatie verbeteren het klinisch herstel bespoedigen bij ernstig zieke patiënten.
Reacties