Samenvatting
De hemodynamische en klinische resultaten van ballonvalvuloplastiek bij 10 oudere patiënten (gem. 73, SD 9 jaar) met verworven aortaklepstenose. Na dilatatie toonden het gemiddelde verschil tussen de systolische drukken van linker ventrikel en aorta (ΔP, mmHg) en het berekende aortaklepoppervlak (AA, cm²) een significante verbetering (resp. gem. (SD): 70 (21) naar 43 (12) en 0,48 (0,13) naar 0,74 (0,20). Gebruik van een 25 mm trefoil-balloncatheter bij 5 patiënten resulteerde in extra verbetering in ΔP van 53 naar 46 mmHg, en in aortaklepoppervlak van 0,40 naar 0,60 cm². Tijdens de follow-up (125 dagen tot 11 maanden) toonden 6 patiënten een blijvend functioneel herstel, 1 patiënt een minimale toename van de inspanningstolerantie, en 3 patiënten kregen wegens opnieuw ontstane klachten een aortaklepprothese (na resp. 40 dagen, 3 maanden en 1 jaar). Complicaties van de ingreep waren: kort durende hypotensie tijdens balloninflatie, vorming van een pseudoaneurysma in de A. femoralis, loslaten van emboli van aortaklepcalcificaties en thrombusvorming op de mandrijn.
Ballonvalvuloplastiek van de aortaklep kan een alternatieve palliatieve behandeling zijn voor patiënten met een hoog operatierisico, hoewel de gevaren van de behandeling niet over het hoofd gezien mogen worden.
Reacties