Samenvatting
Percutane nucleotomie is ontwikkeld aan het einde van de jaren zeventig. Aanvankelijk werd gebruik gemaakt van een speciaal ontworpen forceps om nucleusweefsel manueel te verwijderen. Wegens de grote diameter van de canules was er echter vooral kans op zenuwletsel. In 1985 presenteerden Onik en medewerkers de ‘automated percutaneous lumbar diskectomy’. Behalve dat het een methode met weinig risico's betreft, blijkt het succespercentage ervan hoog te zijn.
De auteurs beschrijven de resultaten bij de eerste 40 patiënten die zij wegens een discusprotrusie met deze methode hebben behandeld. Bij 29 patiënten verdween het radiculaire pijnsyndroom na de ingreep. Wegens het persisteren resp. de verergering van de klachten was 11 maal alsnog een operatie noodzakelijk. Het oriënterend onderzoek bij analyse toont bovendien dat CT-discografie van belang is bij de indicatiestelling tot gebruik van deze methode.
Reacties