Percutane endoscopische gastrostomie

Klinische praktijk
K.J. van Erpecum
G.P. van Berge Henegouwen
J.C. Koningsberger
C.J.J. Mulder
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1993;137:1340-3

Het langdurig gebruik van een neus-maagsonde voor het toedienen van enterale voeding heeft veel nadelen. De sonde kan een sinusitis of parotitis veroorzaken. Neus-maagsondes disloqueren gemakkelijk. Bij patiënten die door de kaakchirurg of KNO-arts geopereerd zijn, kan ten gevolge van de aanwezigheid van de sonde al gauw een infectie van het wondgebied ontstaan. Door verstoring van het cardiamechanisme kunnen een reflux-oesophagitis en soms aspiratiepneumonie optreden. Bovendien veroorzaakt de sonde vaak een kosmetisch en sociaal probleem, vooral bij de ambulante poliklinische patiënt. Parenterale voeding is geen goed alternatief, mede omdat daarbij vaak complicaties ontstaan zoals lijnsepsis, trombo-embolieën en leverafwijkingen. Daarom is gedurende vele tientallen jaren een chirurgisch aangelegd gastrostoma in zwang geweest voor langdurige enterale voeding. Hierbij bleken echter ook vrij vaak complicaties op te treden, zoals infectie van de gastrostomieopening, bloeding, lekkage van maaginhoud en peritonitis.1 In 1980 beschreven Gauderer en Ponsky een techniek waarbij endoscopisch, onder lokale anesthesie…

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis, afd. Gastro-enterologie, Postbus 85500, 3508 GA Utrecht.

Dr.K.J.van Erpecum, internist; prof.dr.G.P.van Berge Henegouwen en dr.J.C.Koningsberger, gastro-enterologen.

Rijnstate Ziekenhuis, afd. Gastro-enterologie, Arnhem.

Dr.C.J.J.Mulder, gastro-enteroloog.

Contact dr.K.J.van Erpecum

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Enschede, juli 1993,

Zeer summier wordt in het artikel van Van Erpecum et al. (1993; 1340-3) vermeld dat gastrostomie ook röntgenologisch kan geschieden, met als nadeel dat ‘een goede gastropexie zo niet mogelijk is’. De techniek welke wordt beschreven om met behulp van enkele T-vormige ankertjes de voorste maagwand aan de buikwand te fixeren is echter bij elke radiodiagnost die zich bezighoudt met interventietechnieken bekend. In ons ziekenhuis worden de gastrostomieën op de röntgenafdeling verricht volgens de door de auteurs beschreven push-methode zonder endoscopische controle. Door via de meestal aanwezige maagsonde een weinig contrastmiddel in te brengen en vervolgens de maag met lucht te dilateren, wordt met behulp van doorlichting en echografische controle de geschiktste punctieplaats vastgesteld. Nadat de beschreven gastropexie is verricht vindt de gastrostomie plaats. De gehele procedure neemt niet meer tijd in beslag dan 15-20 min en wordt door de patiënt nauwelijks als belastend ervaren. In dezelfde zitting wordt eventueel een sonde door de pylorus gebracht met behulp van een voerdraad. Wanneer dit om welke reden dan ook niet direct gebeurt, kan dat altijd nog in een tweede tempo geschieden.

Als absolute contra-indicatie wordt ontbrekende transilluminatie genoemd. Juist door de echografische controle is het mogelijk een vergrote linker leverkwab of andere tussenliggende structuren – zoals peritoneale metastasen, door auteurs als relatieve contra-indicatie aangegeven – te ‘omzeilen’. Wanneer ascites de maag te veel naar craniaal verplaatst, kan een ascitespunctie voorafgaand aan de gastrostomie de anatomie ‘herstellen’. Ook wanneer na de ingreep de ascites weer toeneemt, is de kans op lekkage gering ten gevolge van de uitgevoerde gastropexie. Bij patiënten in een terminaal stadium kan een neus-maagsonde juist geweldig irriteren. Mijns inziens is dit dus een zeer goede indicatie voor het uitvoeren van deze minimaal belastende ingreep.

Mijn reactie op het overigens zeer heldere en overzichtelijke artikel van Van Erpecum et al. dient opgevat te worden als een stimulans om ook op dit gebied de samenwerking tussen gastro-enteroloog en radiodiagnost ten bate van de patiënt te versterken.

A.B. Huisman