Percutane dilaterende tracheostomie bij intensive-carepatiënten: techniek, indicaties en complicaties

- Since tracheal cannulas are increasingly used to wean intensive-care patients from respiratory machines, more doctors and nurses will find themselves having to take care of patients with tracheostomas.

- Indications for tracheal cannula use include the likelihood of prolonged mechanical ventilation and/or difficult weaning.

- Percutaneous dilatational tracheotomy is a relatively simple procedure for inserting a tracheal cannula. It is performed using a modified Seldinger technique, carried out under general anaesthesia; use of a bronchoscope during the operation makes the procedure simpler and safer.

- When it is difficult to pinpoint the source of problems arising in patients fitted with a tracheal cannula, it must always be considered that the cannula might be the cause.

- Although rare, complications may arise several weeks or months after decanulation, such as stenosis of the trachea, changes in voice and fistula formation between the trachea and skin.

- A strict surveillance protocol is needed to recognize and treat late complication.

Samenvatting

- Daar het gebruik van een tracheacanule bij het ontwennen van intensive-carepatiënten van de mechanische beademing toeneemt, krijgen steeds meer artsen en verpleegkundigen met de verzorging van tracheostoma's te maken.

- Een te verwachten langdurige mechanische beademing en een moeizame ontwenning van mechanische beademing vormen een indicatie voor het plaatsen van een tracheacanule.

- Percutane dilaterende tracheostomie is een relatief eenvoudige methode om een tracheacanule in te brengen. Dit gebeurt via een gemodificeerde Seldinger-techniek onder algehele anesthesie; bronchoscopie gedurende de ingreep vergemakkelijkt de procedure en vergroot de veiligheid.

- Bij onduidelijke problemen bij een patiënt met een tracheacanule dient altijd te worden overwogen dat de canule de oorzaak is.

- Enkele weken tot maanden na decanulatie kunnen zich (zeldzame) complicaties voordoen als stenosering van de trachea, stemverandering en fisteling tussen de trachea en de huid.

- Een goede follow-up zorgt voor snelle onderkenning en behandeling van late complicaties.