Samenvatting
Doel
Onderzoeken of de geboortegewichtscurven (‘Amsterdamse groeicurven’) van Kloosterman, gebaseerd op gegevens uit 1931-1965, voor vroeggeborenen nog steeds van toepassing zijn.
Opzet
Inventariserend onderzoek.
Plaats
Nederland.
Methode
De gegevens werden ontleend aan het ‘project onderzoek praematuritas en small for gestational age’ (POPS), verricht in 1983. De onderzoeksgroep bestond uit 855 blanke kinderen met een zwangerschapsduur van 24-31 weken.
Resultaten
De percentages kinderen ‘small for gestational age’ (SGA) waren bij vrijwel iedere zwangerschapsduur hoger dan 10, terwijl ze per definitie 10 zouden moeten bedragen; de percentages kinderen ‘large for gestational age’ (LGA) waren veel lager dan 10. Ook na uitsluiting van electieve geboorten bleven de percentages afwijkend.
Conclusie
Deze verschuivingen in de verdeling van geboortegewichten zijn waarschijnlijk vooral het gevolg van veranderingen in de hedendaagse verloskunde. De geboortegewichtspercentielgrenzen zullen voor vroeggeborenen opnieuw vastgesteld moeten worden.
Reacties