Samenvatting
Doel
Het bepalen van de omvang en de voorspellende patiëntkenmerken van de ‘verkeerde-bedproblematiek’ (het bezetten van ziekenhuisbedden door patiënten die geen medisch-specialistische hulp meer nodig hebben) op de neurologische afdeling van een algemeen ziekenhuis.
Opzet
Prospectief cohortonderzoek.
Plaats
Maaslandziekenhuis Sittard-Geleen (locatie Sittard).
Methode
Gedurende een jaar werd onder het volledige klinische patiëntenbestand van 2 neurologieafdelingen van elke patiënt geregistreerd: hoofddiagnose, leeftijd, geslacht, woonsituatie, lokalisatie van de laesie (bij CVA-patiënten) en ‘verkeerd bed’. Via logistische regressieanalyse werden de voorspellende patiëntkenmerken voor verkeerde bedden vastgesteld.
Resultaten
Er werden 1088 patiënten geregistreerd, van wie 21 met een CVA. Bij 10 van de geregistreerde patiënten was er sprake van een verkeerd bed, van hen had 86 de diagnose CVA. Van alle CVA-patiënten kwam 40 in een verkeerd bed. Van alle voor CVA-patiënten genoteerde verpleegdagen bestond 20 uit verkeerde-beddagen. Bij de CVA-patiënten hingen het geslacht (vrouwen), de leeftijd (≥ 70 jaar), en de lokalisatie van de laesie significant samen met het verkeerde-bedprobleem. De belangrijkste zelfstandige voorspellers van verkeerde bedden waren de diagnose CVA en een leeftijd vanaf 70 jaar.
Conclusies
Neurologische patiënten met een verhoogde kans in een verkeerd bed terecht te komen bevinden zich met name onder de CVA-patiënten. Aangezien 20 van de door CVA-patiënten gegenereerde verpleegdagen verkeerde-beddagen betrof, zijn verkorting van opnameduur en verbetering van thuiszorg gewenst.
Reacties