Zie ook de artikelen op bl. 1861, 1888 en 1892.
Inleiding
In het voorjaar van 1990 werd bij de Tweede Kamer het wetsvoorstel omtrent de overeenkomst inzake geneeskundige behandeling ingediend. Deze wet wordt soms Wet Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO) genoemd.1 Buiten dit wetsvoorstel bestonden er al langer regels die door de beroepsgroep zelf waren opgesteld, zoals de ‘gedragsregels voor artsen’ die door de algemene ledenvergadering van de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG) werden goedgekeurd.2
Ook bestaat er sinds 1990 een ‘modelregeling arts-patiënt’, waarin de KNMG en het Landelijk PatiëntenConsumenten Platform de wederzijdse rechten en plichten van artsen en patiënten hebben vastgesteld.3 Deze modelregeling heeft geen wettelijke status, maar geldt als een zwaarwegend advies, vooral voor KNMG-leden. Het model liep in feite vooruit op het wetsvoorstel WGBO.4
Als dit wetsvoorstel tot wet verheven zal zijn, zal de WBGO de status van een dwingende rechtelijke regeling…
Reacties