Samenvatting
In Aalsmeer werden in de periode 1980-1985 ruim 4 maal zo veel hematopoëtische maligniteiten bij jongeren geconstateerd dan verwacht. In een patiënt-controle-onderzoek werd het verband onderzocht met lokale omgevingsfactoren. Voor iedere sinds 1975 gediagnostiseerde patiënt jonger dan 40 jaar (n = 14) werden in 1989 via de lokale huisartsen 4 controlepersonen geselecteerd van dezelfde leeftijd en hetzelfde geslacht. Door de ouders van deze jongeren werd een vragenlijst ingevuld over hun leefgewoonten, woonomgeving en gezondheid, enkele jaren vóór de diagnose. Op grond daarvan werden gecorrigeerde en zo nodig op woonwijk gestratificeerde odds ratio's (OR's) berekend. Hoge OR's werden gevonden voor intensief contact met aardolieprodukten en bestrijdingsmiddelen door de patiënten zelf (OR respectievelijk 8,0 en 6,0) of door hun vaders (respectievelijk 9,0 en 3,2). Veel OR's waren statistisch significant. Verder bleken patiënten meer dan personen van de controlegroep gezwommen te hebben in een bepaald waterrecreatiegebied (OR = 5,3); dit gebied raakte in de jaren zeventig verontreinigd met stookolie en bestrijdingsmiddelen. Ten slotte kon niet uitgesloten worden dat lokale luchtverontreiniging heeft bijgedragen aan het vaker vóórkomen van de aandoeningen: de OR's voor enkele indirecte blootstellingsgraadmeters waren alle hoger dan 2. Geconcludeerd wordt dat een aantal specifiek lokale milieufactoren bijgedragen kan hebben aan het vaker vóórkomen van leukemie en lymfomen bij jongeren in Aalsmeer. Wel moet bij de interpretatie van de resultaten rekening worden gehouden met de grote betrouwbaarheidsintervallen door de onvermijdelijk kleine groep.
Reacties