Passief roken en longkanker

Klinische praktijk
J.M.M. Meijers
G.M.H. Swaen
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1988;132:60-4

Inleiding

Het Zweedse verzekeringscollege van beroep deed onlangs een opmerkelijke uitspraak in de zaak van een vrouw bij wie in 1980 op 54-jarige leeftijd een kleincellig anaplastisch longcarcinoom vastgesteld werd. De vrouw had tijdens haar leven nooit gerookt, maar was tussen 1962 en 1981 in haar werk als ontwerpster blootgesteld aan tabaksrook van collega's. Patiënte en, na haar overlijden in 1982, de nabestaanden wensten de tumor aangemerkt te zien als een beroepsziekte ten gevolge van blootstelling aan omgevingsrook op de werkplek. Het college honoreerde deze eis.1 In de overwegingen betrok het college het feit dat haar ouders en partner slechts sporadisch in haar bijzijn gerookt hadden en dat er nooit blootstelling van betekenis aan ioniserende straling plaatsgevonden had. Deze uitspraak betekent, binnen het kader van de Zweedse sociale wetgeving, dat men tabaksrook op de werkplek als carcinogeen agens beschouwt en dat blootstelling aan omgevingsrook longkanker kan induceren. Hiermee liep…

Auteursinformatie

Rijksuniversiteit Limburg, vakgroep Arbeidsgeneeskunde, Postbus 616, 6200 MD Maastricht.

Ir.J.M.M.Meijers, arts; drs.G.M.H.Swaen, epidemioloog.

Contact ir.J.M.M.Meijers

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties