Samenvatting
Een 78-jarige man werd na een voorwandinfarct behandeld met een cumarinederivaat. Er werd geen verhoging van de ‘international normalized ratio’ bereikt met het normale oplaad- en doseerschema voor acenocoumarol en fenprocoumon. Met een hoge dosering fenprocoumon (18-21 mg per dag) werd uiteindelijk de gewenste mate van antistolling bereikt. Deze dosering gaf een fenprocoumonserumconcentratie die 10 maal de normale therapeutische waarde bedroeg. De serumconcentratie van vitamine K1 was laag normaal. Na het uitsluiten van andere oorzaken werd de noodzakelijke hoge dosering fenprocoumon toegeschreven aan (partiële) resistentie die kan worden veroorzaakt door polymorfisme van het gen dat codeert voor het enzym vitamine K-epoxidereductase. Patiënt werd vervolgens langdurig succesvol behandeld met een hoge dosis fenprocoumon. Cumarinederivatenresistentie door een aangeboren polymorfisme in het vitamine K-reductase is een zeldzaam fenomeen. De resistentie is vrijwel nooit absoluut. Met een 10-20 maal zo hoge dosering als gebruikelijk kan het gewenste antistollingsniveau worden bereikt. Fenprocoumon heeft hierbij het voordeel van een geringer aantal benodigde tabletten in vergelijking met acenocoumarol. Bepaling van de serumconcentratie acenocoumarol en fenprocoumon kan worden gebruikt om andere oorzaken van therapiefalen uit te sluiten.
Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150:2095-8
Reacties