Dynamische cohortstudie van trends en redenen in de periode 2005-2011

Palliatieve sedatie in Nederlandse huisartspraktijken*

Onderzoek
Gé A. Donker
Frank G. Slotman
Peter Spreeuwenberg
Anneke L. Francke
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2014;158:A7265
Abstract

Rectificatie

Gerelateerde CME-toets

Samenvatting

Doel

Meer inzicht verkrijgen in de trend van en redenen voor palliatieve sedatie in de huisartspraktijk.

Opzet

Dynamische cohortstudie.

Methode

Voor deze studie werd gebruik gemaakt van registratiegegevens uit huisartspraktijken behorende tot de Peilstations en vragenlijsten ingevuld door huisartsen na het toepassen van palliatieve sedatie. Gegevens van de jaren 2005-2011 over het toepassen van palliatieve sedatie werden geanalyseerd. Trends in en redenen voor palliatieve sedatie werden geanalyseerd met multilevel-analyses om te corrigeren voor praktijkvariatie en niet-normale verdeling.

Resultaten

In de periode 2005-2011 werden 183 gevallen van palliatieve sedatie in 56 huisartspraktijken gerapporteerd. De incidentie fluctueerde van 33,7 per 100.000 patiënten in 2006 tot 15,2 in 2011, zonder significante toe- of afname over de hele periode. Palliatieve sedatie werd toegepast bij 5,7% van alle gerapporteerde overledenen in deze huisartspraktijken, het vaakst bij jongere patiënten (≤ 64 jaar) met kanker. Het gemiddelde aantal refractaire symptomen was 2,6 (SD: 1,2); de frequentste symptomen waren pijn (69,4%), dyspneu (53,0%) en angst (39,3%). Meestal was de patiënt betrokken bij de besluitvorming voorafgaand aan palliatieve sedatie (87,4%); dit gebeurde minder vaak bij patiënten met een chronische hartaandoening of COPD dan bij patiënten met kanker (p < 0,05). De keuze voor palliatieve sedatie bij de 20,8% patiënten met een euthanasieverzoek kon goed gemotiveerd worden.

Conclusie

Palliatieve sedatie wordt toegepast bij een klein percentage patiënten in de laatste levensfase in huisartspraktijken; dit percentage vertoont geen duidelijke toe- of afname. Tijdige bespreking van levenseindewensen verdient extra aandacht bij patiënten met chronische respiratoire of cardiovasculaire aandoeningen en bij ouderen met dreigend cognitief verval.

Auteursinformatie

*Dit onderzoek werd eerder gepubliceerd in British Journal of General Practice (2013;e669-75)met als titel ‘Palliative sedation in Dutch general practice from 2005 to 2011: a dynamic cohort study of trends and reasons’. Afgedrukt met toestemming.

NIVEL, Utrecht.

VUmc, Amsterdam.

Drs. F.G. Slotman, student geneeskunde (thans: anios revalidatiegeneeskunde Reade, OLVG Amsterdam).

Contact dr. G.A. Donker (g.donker@nivel.nl)

Verantwoording

Belangenconflict en financiële ondersteuning: geen gemeld.
Aanvaard op 11 december 2013

Auteur Belangenverstrengeling
Gé A. Donker ICMJE-formulier
Frank G. Slotman ICMJE-formulier
Peter Spreeuwenberg ICMJE-formulier
Anneke L. Francke ICMJE-formulier
Huisarts en palliatieve sedatie
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties